Coachen houdt in dat je een medewerker, collega of team – coachee of coachees – helpt werkgerelateerde doelen te verwezenlijken en zich verder helpt te ontwikkelen. Als coach help je de ander leren. Niet door te onderwijzen, maar door te inspireren en te ondersteunen. Hierdoor ben je in staat het zelfreflecterende en zelfsturende vermogen van de coachee(s) optimaal te stimuleren.
Wanneer coachen?
Coachen kan in verschillende situaties wenselijk zijn:
- Vergroten van zelfkennis en zelfvertrouwen. Wanneer een medewerker zichzelf beter leert kennen en weet wat zijn zwakke en sterke punten zijn, kan hij zelfbewust(er) zijn werkzaamheden verrichten.
- Aanleren of aanscherpen van vaardigheden, bijvoorbeeld delegeren van taken, voeren van slechtnieuwsgesprekken of geven van presentaties.