Kahoot met 16 werkwoorden in de verleden tijd en de voltooide tijd:
Beginnen begon/begonnen begonnen
bewegen bewoog/ bewogen bewogen
blijven bleef/ bleven gebleven
breken brak/ braken gebroken
brengen bracht/ brachten gebracht
denken dacht/ dachten gedacht
doen deed/ deden gedaan
drinken dronk/ dronken gedronken
eten at/ aten gegeten
gaan ging/ gingen gegaan
hebben had/ hadden gehad
helpen hielp/ hielpen geholpen
kijken keek/ keken gekeken
kopen kocht/ kochten gekocht
krijgen kreeg/ kregen gekregen
kunnen kon/ konden gekund
lezen las/ lazen gelezen
liggen lag/ lagen gelegen
lopen liep/ liepen gelopen