Week 50 | Les 38 | Woensdag | Thema (4)5 | (blz.126)5a/b |
In thema 5 gaan we praten over geldzaken. Je leert hoe je jouw financiën regelt en hoe je informatie vraagt over geldzaken. Je leert wanneer je moet sparen of besparen en je leert wanneer je een klacht moet indienen en hoe je dat het beste kunt doen. In 5A komen de ‘scheidbare werkwoorden en de ‘onbepaalde tijd’ aan de orde. In deel 5B gaan we daar dieper op in en combineren we dat met hoofd- en bijzinnen.
We pakken allemaal een computer | Met een muis en een koptelefoon en we loggen in…
Daarna klikken we op www.taalabc.nl jullie kunnen ook whatsapp op de laptop zetten |
|||
9:00 | Welkom!!!!
“Wat vind je het lekkerst?” |
“Ik ben gek op pizza” |
||
Zinsaccent | Woorden met nieuwe informatie krijgen meestal het zinsaccent.
Hou je van Pizza? Ik ben gek op pizza. Een woord dat een tegenstelling aangeeft met eerder genoemde informatie, krijgt ook accent (contrastaccent). En glas witte wijn? Liever een glas rode wijn! Een kopje koffie? Nee, liever een kopje thee! vul werkblad 17 in
|
|||
Flaps | Iedere cursist schrijft 5 nieuwe woorden op de flaps uit thema 5A of B. | |||
Uitspraakreis | Uitspraakreis woordaccent/ werkblad 14
Iedereen heeft individueel een woordreis gemaakt. Iedereen krijgt een beurt. Als je aan de beurt bent stuur je de woorden, stuk voor stuk via de groepsapp en spreek je de woorden één keer uit… |
|||
Pauze (15 minuten) | ||||
Zelfsturend dictee | Cursisten oefenen met elkaar zinnen uit thema 4 | |||
Voorlezen | Thema 4 oefening 13 | |||
Uitspraakreis 2 | Waar liggen de accenten bij de moeilijke woorden van oefening 13 (blz.126). De cursisten krijgen een overzicht van de woorden op papier en vullen de woordaccenten in. Daarna vergelijken ze hun antwoorden met een contrôleblad. | |||
Lezen | Bespreken oefening 14 | |||
Spreken | Thema 5; oefening 21 en 22 | |||
Flaps | We bespreken de flaps. | |||
Huiswerk | Schrijven: Oefening 23 maken en opsturen via de mail naar thed.brans@gmail.com
In je boek: Oefening 24, 25 Leren Werkwoorden met vast voorzetsel: blz: 308 tot en met ‘Gek zijn op’. |
|||
11.45 | Nabespreking | Wat heb je vandaag geleerd?Wat gaan we doen in de laatste les van het jaar? | ||
12.00 | Einde | |||